Inleiding
Hendrik Serné is mijn oudoom (5 generaties) tweede graad. (een broer van de oma van mijn betovergrootvader). Hendrik is geboren op 26 juli 1810 in Haarlem en werd op 1 augustus gedoopt in de Nederduits Gereformeerde kerk. Hij was de zoon van Hendrik Serné en Teuntje Verveen. Hendrik zal helaas niet oud worden. Hij werd militair in een roerige periode, namelijk die van de Belgische Opstand.
Nummerverwisselaar
Op 12 maart 1831 werd Hendrik ingedeeld als milicien voor de tijd van 5 jaar, als nummerverwisselaar met Roelof Haartman uit Haarlem van de lichting 1831 (met nummer 167). Hij wordt ingedeeld bij de 2e afdeling infanterie.
Wie ingeloot was kon zijn nummer ruilen met iemand die een hoger nummer had op de lijst en daarmee was vrijgesteld. Dit heet nummerverwisseling. Iemand die ingeloot was kon zich ook laten vervangen door een remplaçant, een plaatsvervanger van buiten de lijst. Wie de werkelijke dienst ontliep door gebruik te maken van een nummerverwisselaar of remplaçant betaalde zijn plaatsvervanger hier voor. De mogelijkheid van plaatsvervanging werd in 1898 afgeschaft.
Op 8 april wordt Hendrik ingedeeld bij het 1e Bataillon Jagers.
Tiendaagse Veldtocht
Ondertussen was in augustus 1830 de Belgische Opstand begonnen. België hoorde nog bij het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, maar door verschillende beslissingen en maatregelen door koning Willem I scheurde het zich van Nederland af. Om België binnen het koninkrijk te houden, besloot Willem I om dit met geweld af te dwingen. Deze inzet van het leger werd later bekend als de Tiendaagse Veldtocht. De Tiendaagse Veldtocht van 2 tot 12 augustus 1831 was dus een veldtocht om de Belgische Opstand te onderdrukken. Hoewel die opzet slaagde, verkreeg België zijn soevereiniteit door de dreiging van Franse militaire steun.
Beckevoort, 10 augustus 1831
Hendrik Serné was dus bij het 1e Bataillon Jagers ingedeeld en tijdens de Tiendaagse Veldtocht was dit bataljon ingedeeld bij de 1e Brigade onder leiding van generaal-majoor Schuurman. De 1e Brigade was één van de twee brigades van de 1e Divisie Infanterie onder leiding van luitenant-generaal J.J. baron van Geen. Op 10 augustus 1831 kwam het tot een treffen met het Belgische leger. In de Bredasche Courant van 8 september 1831 staat een verslag over deze gevechten.
Toen het leger op de ochtend van die dag voorwaarts rukte naar de zijde van Leuven, verbleef de eerste divisie in en om Diest en trok verder langs de straatweg naar Leuven. Het was in de namiddag van die dag dat de voorhoede, nabij de barrière van het dorp Beckevoort, een sterke kolonne vijanden ontdekte. Deze kolonne bestond uit drie bataljons en had een voordeelige stelling ingenomen.
Kolonel graaf van Heerdt, die de voorhoede aanvoerde, tastte deze kolonne dadelijk aan met zijn onvermoeibare eerste bataljon jagers, een sectie rijdende artillerie onder bevel van luitenant Oudermeulen en een detachement lansiers onder bevel van luitenant Kutsleben. Na een kort maar intens artillerievuur en enkele kanonschoten zette de vijand het op een loopen en vluchtte recht door het bosrijke en doorsneden terrein, waar ze niet achtervolgd konden worden. Bij deze ontmoeting hadden de jagers acht gewonden.
In het militaire stamboek van Hendrik staat vermeld, dat hij bij Beckevoort door een geweerkogel bij zijn rechter bil werd geraakt. Hendrik was dus één van de gewonden bij de gevechten bij Beckevoort (Bekkevoort).
Overlijden van Hendrik in Diest
Op 24 augustus 1832 overlijdt Henricus Sernez in het gasthuys, gestaen tot Diest op den langen steenweg. Dit staat vermeld in de Burgerlijke Stand van Dienst. De wond aan zijn rechter bil heeft Hendrik dus uiteindelijk zijn leven gekost. Het gasthuis in Diest bestaat (in 2025) nog steeds. De Lange Steenweg heet tegenwoordig Koning Albertstraat. Op nummer 14 staat nu het gasthuisapotheek museum.
Postuum Onderscheiden
Op 5 april 1832 wordt Hendrik Serné postuum onderscheiden met het Metalen Kruis.