Fuselier Pieter Serné (1786 – circa 1812)

Pieter Serné werd op 19 maart 1786 geboren in Haarlem, als vijfde kind in een gezin van tien kinderen. Pieter was de zoon van Pieter Serné en Jannetje Dupree. Op 22 maart werd hij in de Nederduits Gereformeerde kerk gedoopt, waarbij zijn tante Maria Serné getuige was. [1]


drawing

Pieter treedt op de 16e van de oogstmaand (augustus) 1809 in dienst als vrijwilliger bij het 4e Regiment infanterie met een contract tot de 15e van de wijnmaand (oktober) 1815. Hij wordt ingedeeld bij de fuseliers. Bij zijn inschrijving staat vermeld dat hij in Haarlem woont, geen beroep heeft en gereformeerd is. Zijn uiterlijk wordt omschreven als 'fris en blozend' 5 voet en 2 duim hoog (1,62 m), rond voorhoofd, blauwe ogen en kleine neus, ordinaire mond en bruin haar. Hij is niet getrouwd en heeft geen kinderen. (bron 2)

Op 1 juli 1810 gaat het 4e Regiment infanterie over in het Franse 125e Régiment d'infanterie de Ligne. Hij wordt in het stamboek Pieter Sernie genoemd. Op 1 november 1810 wordt Pieter, met achternaam 'Zernee', overgeplaatst naar het 123e Régiment d'infanterie de Ligne (RIL). (bron 3) (bron 4)

Daarna ontbreekt elk spoor van hem.

Het 123e RIL heeft, net als de andere 'Hollandse' regimenten deelgenomen aan de beruchte veldtocht van de 'Grande Armée' van Napoleon naar Rusland in 1812. Van de totaal 600.000 soldaten keerden er slechts 50.000 terug uit Rusland. Het is dus zeer waarschijnlijk dat Pieter tijdens deze veldtocht is gesneuveld, of door andere ontberingen is omgekomen.

Arend Serné (1789-1872)

De broer van Pieter, Arend (1789-1872) diende bij het 3e Cohort van het Franse leger. Dit Cohort werd opgericht op 13 maart 1812 te Amsterdam. Met het oog op de komende veldtocht naar Rusland besloot Napoleon in maart 1812 een thuisleger op te richten. Als het grote leger (de ‘Grande Armée’) zich op afstand zou bevinden, bleef het thuisland onbeschermd achter.
Na de enorme verliezen in Rusland in 1812 echter, werden regimenten uit de ‘Grande Armée’ aangevuld met manschappen uit het 3e Cohort. Zo werden het 3e, 76e, 77e en 88e Cohort samengevoegd tot het 146e Regiment Infanterie van Linie, waarvan het stamboek helaas verloren is gegaan bij een brand in de Pruisische legerplaats Wesel.
Omdat Arend later een gezin heeft gesticht en in 1872 op hoge leeftijd is overleden, weten we dat hij de ontberingen, die zijn broer Pieter moest doormaken, niet heeft meegemaakt.

Ets van Adrianus Serné

Kunstschilder Adrianus Serné heeft rond 1800 de onderstaande prent gemaakt. Hierop is een rustende soldaat afgebeeld. Adrianus en Pieter (en Arend) waren geen directe familie van elkaar.


Bron: Rijksmuseum

Meer informatie: