In april 1824 wordt er in de Oprechte Haarlemse Courant een kleine "ruzie" uitgevochten tussen Adrianus Serné en een medewerker/leerling van hem, E. van der Steur.
Van der Steur laat het volgende in de krant plaatsen:
Oprechte Haarlemse Courant 6 april 1824
Adrianus reageert als volgt:
Oprechte Haarlemse Courant 13 april 1824